|
|
|
|
Januari
- Grenadines
Na St. Lucia zetten we samen met de Arpeggio zeil richting St. Vincent. Normaal is de Arpeggio ons altijd te snel af, maar als de wind in de buurt van de 20 knopen komt... kunnen we mooie plaatjes maken van hun voorkant. We liggen 1 nacht in de baai Wallilabou, midden in de filmset van Pirates of the Caribean. Alle gebouwen zijn nep. Een mooie plek om de film te bekijken die we mee hebben op DVD. Bioscoopje spelen met George en Melanie, compleet met popcorn en M&M's. We zijn allemaal in slaap gevallen. Daarna door naar Bequia, het eerste eiland van de Grenadines. Tot onze verbazing hebben we een aantal dagen heel veel regen (very unusual weather). We komen eindelijk weer eens toe aan een boek en er wordt uitgebreider gekookt. Zo hebben we een bijna nederlands leventje. We zitten veel binnen en de lectuur gaat zelfs rond met circulatielijst. Maar ook nu is het geen straf om 's morgens met dit uitzicht op te staan. We hebben een heerlijk eenvoudig leven. Zelfs om water of diesel hoeven we ons geen zorgen te maken. Er komt gewoon een bootje langszij om de Adagio vol te tanken. De bootklusjes vormen een leuke aanleiding voor wat meer contact met de lokale bevolking. Wallace verwijst ons door naar Duddley, die neemt ons mee naar Spyro, waardoor we uiteindelijk in de werkplaats van Wilton terechtkomen, die ons probleem (plaatjemetdriegatenvoornieuweankerlierknop) 3 dagen later oplost voor 10 EC (= 3 Euro). We varen verder zuidwaarts naar Union Island. Een prachtige route tussen mooie kleine eilandjes door. Onze navigatiekennis wordt getest als we om het koraalrif heen moeten varen en blijkbaar is niet iedereen dat goed afgegaan.... Trots laten we heelhuids ons anker vallen voor Clifton. Gelukkig blijkt het stevig te liggen, want we liggen onbeschermd, alleen maar achter een rif. De dagen daarna krijgen we regelmatig meer dan 30 knopen wind. Dit is erg goed voor ons anker-zelfvertrouwen. Tussen de buien door wordt er lekker gezwommen. Lisanne glijdt van de zwemtrap en komt lelijk op haar plasser terecht. Ze is ontroostbaar, zelfs natte lappen helpen niet. Pas bij de lolly zucht ze opgelucht "Dit is goed!". Clifton is een leuk plaatsje, met veel vrolijke kleine winkeltjes en een 'echte' Pizza hut. We verkennen de rest van het kleine eiland, waarbij we met maar liefst achttien mensen in een minibus blijken te passen. In Ashton belanden we per ongeluk in een "preschool". Sem pakt meteen een stoeltje en wil blijven. We ontmoeten Janti, een antropoloog die de vorming van landen bestudeert. Zijn ultieme project was zelf land te vormen. Hij creëerde zijn eigen Happy Island van grote schelpen en cement. Daar willen we heen natuurlijk. Op dit mini eiland serveert hij kip, verse vis en kreeft van de BBQ. Zijn zelfgemaakte rumpunch is onovertroffen. Een middagje op Happy Island, daar wordt je erg happy van!
Na een kort tochtje zijn we bij aankomst op het Horseshoe Reef even sprakeloos. Dit is echt mooier dan een ansichtkaart. We liggen midden tussen de onbewoonde Bounty eilandjes in een soort mega tropisch zwembad. Hier is verder helemaal niets, maar we hebben alles: elkaar en de boot. We maken onze eigen stroom en aan boord hebben we koude drankjes en lekker eten. We leven op het witte strand en in het lichtblauwe water. Jeroen neemt de oudste kindjes mee om te gaan schatzoeken en George krijgt iedereen enthousiast voor een BBQ op ons privé strand. Het Robinson Crusoe gevoel is compleet. De tegenstelling kan niet groter zijn als we na de ongerepte Tobago Cays weer noordelijk varen naar rijkeluiseiland Mustique (for the rich & famous). Het is net Blues Festival, dus we hebben lekkere live muziek bij Basil's Bar. Met een taxi-jeep doen we ontdek-je-plekje samen met de Nelson en de Arpeggio. Na de heerlijk rommelige, ongecompliceerde eilandjes, kijken we verbaasd naar de strak gemaaide grasvelden hier. Zelfs de palmbomen staan keurig op een rij. Voordat we naar het mooiste strand van Mustique rijden, gaan we natuurlijk nog even langs bij Tommy Hilfiger en Mick Jagger. Tot onze schrik horen we dat we door een misverstand te laat op Martinique zullen zijn om de ouders van Hilda te verwelkomen. Nu balen we vreselijk dat een zeilboot zo'n langzaam vervoermiddel is. We nemen (voor even) afscheid van onze flottielje-vrienden en de prachtige Grenadines en varen zo snel mogelijk noordwaarts. Het wordt een zeer afwisselend 24 uurs tochtje. Harde wind en windstiltes wisselen elkaar in snel tempo af. We beginnen met een heerlijk zonnetje, maar krijgen ook een enorme tropische regenbui over ons heen. Met snorkelgear net boven de buiskap houdt Bas alles gelukkig nog steeds goed in de gaten. Hilda schrikt zich rot van een walvis die met zijn kop boven water vlakbij de boot een kijkje komt nemen (eindelijk één die zijn staart laat zien!). Hoog aan de wind zeilend vergeten we de luiken goed dicht te doen, waardoor 2 grote golven voldoende zijn om alle bedden doornat te maken. Zo wordt het 's nachts gezellig druk in het laatste droge bankbed onder flinke helling. Deze ontberingen worden beloond als we de volgende ochtend in Martinique (o)pa Hans en (o)ma Ria na al die maanden weer eens goed kunnen omhelzen. We toasten op het begin van de volgende vakantie, dit keer 2 weken op en rondom een heerlijk frans caribisch eiland. |
|